
Het tweede deel van het Verzameld werk bestaat uit het zogenoemde Natuurdagboek, dagboekaantekeningen die Nescio bijhield van zijn zwerftochten door de natuur. ’t Meisje in de tram had ik vast niet mogen zoenen, maar zoo’n straat mocht bestaan. Het eerste deel hiervan omvat naast De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje en Mene Tekel ook de verhalen van de bundel Boven het dal en nagelaten werk. Buiten scheen de lentezon in de troostelooze straat. Maar voor geen mensch is het weggelegd dit bij voortduring te beseffen. De maatschappij wint ‘mene mene tekel ufarsin’ de vrienden gewogen en te licht bevonden. Read 'De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel' by Nescio available from Rakuten Kobo. En in ootmoed pijp ik nog eens aan en voel mij God, de oneindigheid zelf.ĭoelloos zit ik, Gods doel is de doelloosheid. En ik ben dankbaar dat mij dit gegeven is. En ik knik maar eens tegen de schoone vrouwen, die de bloemen plukken in mijn tuinen en hoor den wind ruischen door de hooge dennen, door de wouden der zekerheid, dat dit alles bestaat, omdat ik 't zoo verkies te denken. En aan de rivieren mijner gedachten zit ik stilletjes en genoeglijk en rook een steenen pijpje en voel de zon op mijn lijf schijnen en zie 't water stroomen, voortdurend stroomen naar 't onbekende.Įn 't onbekende deert mij niet. En breede rivieren stroomen er door met vele bochten en de zon schijnt er in en ze voeren 't licht naar de zee. En de zon gaat er op en onder en schijnt laag en hoog en weer laag en 't eindeloze gebied is eindeloos 't zelfde en geen oogenblik gelijk. Zijn velden zijn er onmetelijk, zijn tuinen staan er vol schoone bloemen, die niet sterven, en statige vrouwen wandelen er naakt, vele duizenden.
